KUNST DIE NAAR BUITEN GAAT MET ALS THEMA : HOOP
Hoop, dat klinkt bemoedigend. Hoop is beloftevol. Weg uit de narigheid, een betere toekomst tegemoet. Ik nader het WG terrein aan de noordzijde, bij de Constantijn Huygenstraat. Daar bevindt zich een GGZ-instelling van Mentrum. En die zijn dit jaar te gast bij dit kunstfestival in de open lucht. Daarom start ik daar mijn rondgang langs de kastjes waar kunst in zit. 50 kastjes waarvan er 2 voor deze kliniek zijn en 5 voor de buurtbewoners. Het zal een keuze worden uit al die kastjes. Het is onmogelijk om ze allemaal te beschrijven.
Het eerste kastje : In een besloten ruimte die op een kapel lijkt en middeleeuws aandoet strekt een vrouw haar armen uit naar een wezen – Is het een engel ? Is het een kind ? – die haar een kroon aanreikt. Een soort kroning zou je het kunnen noemen. Ze ziet er al een beetje vorstelijk uit. De ruimte is bedekt met voorstellingen. De vloer in banen geknipt. De sfeer die het oproept is die van een voorstelling uit de 15e eeuw, ergens in Italië. Het is zeker een beloftevol begin van deze expositie !
Een kast verderop is gevuld met natuur. Maar dan toch heel erg verschillende stukjes natuur.
Alles bij elkaar vormt het een constellatie die tot kunst wordt. Als je goed kijkt zie je meer dan natuur alleen. Er hangt ook een oude sleutel in de kast en rechts zie je een ouderwets stempel tegen de wand geplakt. Ook is er nog een oor van een houten beker. Alles van hout, dat wel. Maar ook de natuurelementen verschillen van elkaar. Onderaan ligt er een forse snede uit een boomstam. Daarboven spelen kleurige takken als sierlijke dansers door de kleine ruimte heen. Alles zo verschillend en toch tot een harmonieus geheel samengebracht.
Weer iets verderop zien we kinderkleren in een kast. De blouse is wat gekreukeld. Het broekje is gebreid. En ook niet helemaal in goede staat. Maar juist het onvolkomene geeft het geheel een ontroerende aanblik. Alsof je het kind wat de kleren droeg er in ziet. Soms maakt de eenvoud van een kunstwerk het geheel juist sterker. Rechts zie je een klein stukje stof van een andere kleur op het broekje gezet. Is het een reparatie aan deze toch al wat gebrekkige kledij ? Maar hoe mooi wordt dit hele kunstwerk door deze kleine toevoeging.
Bij mijn volgende kastje word ik geraakt door een gedicht. En dat in een expositie van beeldende kunst. Het gedicht verwoordt een sombere stemming waarin toch onverwacht een sprankje hoop gloort die daarna de boventoon gaat voeren. Het beeldende is aanwezig in de vorm van gebroken eierschalen die op de bodem van de kast liggen. Ze zijn in allerlei kleuren geverfd, vooral in donker rood en blauw. En ze ondersteunen het hoopvolle uit het gedicht. Kapotte eierschalen kunnen hoopvol zijn wanneer ze een andere kleur hebben aangenomen. Misschien geeft de rode knop tussen de eieren aan dat we zelf ons lot kunnen bepalen. We hoeven het niet slecht te hebben. Een prachtige gouden kandelaar beklemtoont de gunstige afloop nog.
In een kastje vlakbij de galerie zie ik een koffertje liggen. In een verder overwegend zwarte kast. Het koffertje valt op door de kleurige versiering. Allerlei lijnen en koorden in goud en zilver en kleur omspannen het. Bovenop zit een vogeltje te zingen. Het geheel ademt een onbedwingbare opgewektheid uit. Het koffertje is eigenlijk geen koffertje meer maar een wondertje van kleuren en draden, en zilver en goud. Zo kun je hoop ook uitdrukken. En als je die hoop even kwijt bent geeft zo’n koffertje je wel weer wat hoop.
Even verder weer zo’n vrolijk kastje. En toch zo simpel. Maar misschien juist daarom.
Een houten beest draagt een stapel blokjes op zijn rug. Het lijkt wel acrobatiek. Een wonder dat de blokjes niet vallen. Er zal wel wat lijm tussen zitten. Het beest wordt vooral levendig door dat ene oog waarmee hij de wereld in kijkt. En door zijn staart, want die leeft minstens zo opvallend mee. Ik geloof dat de staart kwispelt. Het is een beest waar je vrolijk van wordt.
Op de hoek bij het parkje, vlakbij de galerie, is er weer een opwindende kast. Vrolijker kan haast niet. En ik weet niet eens hoe ik het moet beschrijven. Het eerste wat in me opkomt : het zijn dobbers. Weet u wel ! Van die dingen waar je mee kunt vissen. Ze hangen in het water en als ze bewegen heb je beet. Deze drie zijn wonderschoon. De haakjes onderaan hangen in een bak met kleurige kraaltjes. Maar de dobbers zijn veruit het mooist. Zo te zien van klei gemaakt en vervolgens geverfd. Je wordt er blij van terwijl ik helemaal niet dol ben op vissen.
Ook ergens bij het plantsoen tref ik een merel aan in een kast. Hij zit midden in een boom. Tussen takken en bloesem. Het is voorjaar zo te zien. De lucht is blauw, de bloesem wit. Zijn bek staat open. Hij kraait het uit. Het schilderij maakt me vrolijk. Terwijl ik ook helemaal niet zo dol ben op merels. Maar deze merel maakt me vrolijk. Het is vast een aardige merel.
Ook weer in de buurt van de galerie tref ik een kast aan die overvol is. Waar zich iets afspeelt waar ik geen hoogte van krijg. Is het een begrafenis ? De kast is gevuld met een wat grotere pop en twee kleine popjes, waarvan er een geblinddoekt is. Om hen heen boomstammetjes met een bloemenkroon. Op de achtergrond foto’s aan de wand waarop beeldhouwwerken worden getoond van meisjes. Verder zie je nog boomstronken door de kast heen gaan. Er lijkt een plechtigheid plaats te vinden. Maar zeker weten doe ik het niet. Ik herinner me een kast van vorig jaar met een dergelijk ensemble. Mogelijk van dezelfde kunstenaar. Het is wel indrukwekkend. Zo’n hele scene uitbeelden die een gebeurtenis verraadt. De grootste pop is met rozen vol gehangen. Dat moet wel iets betekenen.
Ergens in het laantje met de bomen, vlak achter de galerie, zie ik weer zo’n eenvoudige uitbeelding die door de eenvoud des te krachtiger wordt. Het is gauw verteld. Je ziet een boomstronk liggen en op een stang die in de stronk vast zit prijkt een roeiboot. Gemaakt van witte stof. Op de boot staan woorden geschreven maar in een voor mij onleesbare taal. Zo te zien een oosterse taal. Met tekens die wij niet kennen. Het maakt in al zijn eenvoud indruk op me. Misschien nog wel het meest omdat het de boodschap of het verhaal over de boot onbekend laat. Misschien roept een boot al snel de mogelijkheid van onheil op.
Even verderop in het laantje nog zo’n indrukwekkende kast. Op een ondergrond van donkere, door elkaar heen kronkelende takken (die nagebootst lijken) en die naar boven groeien is een mantel gehangen die lijkt te bestaan uit vochtige bruine herfstbladeren. Overdekt door restanten van een groene plant. Is het van een brandnetel ? Het geheel lijkt ingesmeerd met olijfolie of met een dergelijke vette substantie. Een mantel maar dan van levende planten of gewassen. Ik tuur er een hele tijd naar. Om beter vast te kunnen stellen waar het uit bestaat. Het is al met al een indrukwekkende installatie. Misschien juist door die levende materie waaruit hij lijkt te bestaan. De overgang tussen levende materie en dode materie is altijd fascinerend. Waar gaat het een over in het ander ? Dat is in ons leven ook een brandende kwestie.
Een vrolijke voorstelling vinden we ook in de vrouwen van ijzerdraad die om fruitbomen heen dansen. Ergens in de buurt van het parkje. Op afstand vallen vooral de sierlijkheid en glooiingen op. Maar dichterbij worden het sensuele vrouwen met rondingen die zich verlustigen in de vruchtdragende bomen om hen heen. die mee lijken te dansen. Het geheel is sierlijk en harmonieus vorm gegeven. Wat kunnen ijzerdraden geweldig dansen !
Een schemerlamp in diezelfde omgeving van het parkje valt me om heel andere redenen op.
Men kan de kap van de lamp via een handel die buiten het kastje zit omhoog of omlaag draaien. Al naar gelang de regen of de zon. Een handig apparaat wanneer je niet weet wat de nabije toekomst gaat bieden. De “Hoop” van de expositie belooft zon maar ja, die kan voor even verdwenen zijn. Als het onverhoopt gaat regenen dan komt zo’n scherm wel goed van pas. Dan blijf je droog. Het is het enige kastje met een onderdeel aan de buitenkant.
Vlak voor de galerie staat een kast met een open gevouwen, houten scherm waarop geschilderd is. Of is het krijt ? Niet bijzonder spectaculair maar bij mijn weten het enige abstracte kunstwerk van enige omvang. Waarbij de kleuren je verwarmen en de kunst
alleen nog maar bestaat uit lijnen en vlakken. Een terugkeer naar de pure kunst.
En een mooi besluit voor deze eerste ronde langs de kastjes met kunst erin.
De volgende keer neem ik u mee naar de zuidelijke helft van het voormalige WG terrein.
En vergeet ondertussen niet de expositie in WG KUNST te bekijken die ook vrijdag opent en over textiel gaat. Alles wat je met textiel kunt doen, tot welke kunst textiel leidt en hoeveel betekenis er in textiel schuilt. Een nog tamelijk onontgonnen gebied. Maar hier volop aan de beurt.
Kees Hordijk
Geef een reactie