Tijden veranderen. Zo heet de expositie die René Mos ons laat zien dit komende weekend in WG KUNST. Twee jaar geleden had Mos daar ook een expositie. Het ging toen vooral over dode vogels. Ik las de tekst nog eens die ik er over schreef. En toen zag ik het weer voor me. De dode vogels, de geraamtes. Ik herinner me de verbazing over zijn superieure talent en dan dat bizarre onderwerp. Als ik deze keer langs kom is hij nog aan het inrichten.
Nu zijn het geen dieren die onderwerp van zijn kunst zijn maar vooral mensen. Mensen en kinderen. Soms alleen op een tekening, dan weer in een overvolle bebouwde omgeving.
In deze expositie vinden we ook dodenmaskers maar deze keer gaat het om beroemde schrijvers en componisten. Kennelijk zijn het geliefde inspiratoren voor Mos geweest. Tekeningen van Mahler, Schiller, Liszt, Goethe en anderen.
De meesten van ons vinden de dood een luguber onderwerp waar je niet graag over praat maar hier lijkt de dood een doodgewoon onderwerp te zijn. De meeste doden op zijn tekeningen kijken een beetje streng. Misschien omdat ze hoog hangen. Ze kijken een beetje op ons neer.
Maar er is nog heel veel meer in deze expositie. Aan de achterwand hangen drie hele grote doeken die vol drukte en beweging zijn. Je ziet niet direct welke techniek hier gebruikt is.
Het lijken gedrukte beelden die een woelig stadsleven laten zien. Maar het zijn samengestelde beelden. Het geheel is gecomponeerd door Mos, samengesteld uit meerdere voorstellingen die met elkaar in een nieuw en levendig verband bij elkaar zijn gebracht.
Als je er naar kijkt lijkt het alsof de werkelijkheid is afgebeeld zoals die is. Net zoals een foto de werkelijkheid ook natuurgetrouw weergeeft. Maar het is dus een creatie van Mos die met witte verf de overgangen tussen de afzonderlijke beelden op het grote doek soepel in elkaar laat overlopen.
De voorstellingen die hier worden getoond laten een andere tijd zien. De tijd rond 1900. Je ziet er de hectiek die in de wereldsteden heerste. Je ziet vooral ook sporen van vernieling en van ontreddering. Als je goed kijkt zie je ook dat er beelden in zitten die toch uit verschillende periodes afkomstig zijn. En dat kan bij een foto natuurlijk nooit het geval zijn. Het is de hand van Mos die hier gecomponeerd heeft.
Op de beelden zou het oorlog kunnen zijn. Vluchtende mensen en vernielingen. Maar op een andere plek op hetzelfde doek zie je dansende mensen. Het lijkt allemaal tegelijkertijd plaats te vinden, vlak bij elkaar. En dan kom ik op wat Mos hier prachtig heeft gedaan. Een gelijktijdig beeld geven van wat er allemaal in een samenleving en in een tijdperk kan gebeuren. Op hetzelfde moment. Op de ene hoek van de straat een ernstig ongeluk, even
verderop dansende mensen. Hij componeert een wereld die echt bestaat maar die nooit op hetzelfde moment door iemand waargenomen zou kunnen worden. De beelden refereren aan verschillende plekken en hebben op verschillende momenten plaats gevonden. Maar hier worden ze bijeengebracht en intensiveren het menselijke reilen en zeilen.
Als een vrolijk intermezzo hangen daar ook een aantal portretten van de Beatles in dezelfde fijne tekentechniek. Het moet wel refereren aan een liefde die hem ooit heeft vervuld.
Aan de andere kant van de zaal, waar je binnen komt, hangen ook tekeningen van zijn hand. Wederom verbazingwekkend hoe hij deze tekeningen heeft gemaakt. Het lijken vegen koolstof die hij met een zakdoek heeft gemaakt. Maar zo vakkundig dat je verbaasd bent over zijn technisch vermogen.
Vaag ontwaar je op deze tekeningen ook allerlei narigheid en oorlogshandelingen. Maar we zijn gewend geraakt aan zulke beelden. Die vanzelfsprekendheid echter verdwijnt plotseling wanneer je naast zo’n gewelddadig beeld hetzelfde meisje herkent maar nu zonder die vernietigende omgeving. En dat geeft je even een schok. Hetzelfde meisje maar dan in een totaal andere context. En met die andere context lijkt het een totaal ander verhaal te zijn geworden. Terwijl het om hetzelfde meisje gaat. Zo bedrieglijk kan onze waarneming zijn, al naar gelang de ingrediënten er omheen.
Doelt Mos hier op een relativering van al het oorlogsgeweld om ons heen ? Nee, integendeel. De wijze waarop Mos ons op onverwachte momenten ineens de nare werkelijkheid voor ogen weet te toveren laat zien hoezeer we gewend zijn geraakt om het dagelijkse leed voor gewoon aan te nemen. Ellende went. Pas wanneer we bij toeval en op een onverwacht moment met oorlogsverdriet worden geconfronteerd raakt het ons en zijn we even stil en onder de indruk. En dat doet Mos met deze expositie.
René Mos tekent met het allerzachtste potlood een werkelijkheid die verschrikkelijk is. Helaas doet die ellende ons niet zoveel meer. We zijn er aan gewend. Maar hij laat het ons zien op een manier waar we niet op berekend zijn. Of in een omvang die niet onze dagelijkse kost is. Het is zijn manier om de narigheid die om ons heen is en waar we helaas aan gewend zijn geraakt van de daken te schreeuwen.
Kees Hordijk
16 mei 2025
Geef een reactie