Kees Hordijk over WATERSCAPES van David de Visser

geplaatst in: blog | 0

RIETLANDEN

 

Een nieuw jaar, een nieuwe expositie in WG Kunst. Na die overweldigende Kerst Sale waar het steeds zo druk was en waar zoveel verkocht is. Geef daar maar eens een passend vervolg aan. Nou, dat is gelukt. Vanaf vandaag hangt het werk van David de Visser in WG Kunst.

Ik kende zijn werk slechts door een paar objecten in de kastjes van “Binnenste Buiten.” Een ervan was een voorstelling van een rietschoot. Maar door het gebruik van stukjes dikke rietstengel (of was het toch golfkarton?) kreeg het geheel het karakter van een sculptuur.

En nu loop ik voor het eerst tussen alle soorten werk die hij maakt. Strikt genomen zijn er geen objecten. Alles hangt aan de wand maar ook nu zie ik stukken rietstengel op verschillende doeken zitten. Voornamelijk zijn het echter schilderwerken en tekeningen waaruit hier en daar collages zijn ontstaan.

Wanneer je een tijdje in de expositie rondloopt valt het je pas op dat het bijna allemaal rietgezichten zijn die er hangen. Het geeft je de gewaarwording alsof je werkelijk in een dergelijk landschap rondloopt. Er ontstaat een rust in de expositie en in jezelf die heilzaam werkt.  Zoals je die ook in de natuur kunt beleven. Het kan niet anders dan dat de kunstenaar zich heel vaak in dat landschap van riet begeven heeft en er zeer op gesteld is. Riet creëert  een heel eigen wereld. Het grenst altijd aan een wateroppervlak en aan de landzijde gaat het meestal over in weidegebied. Het riet scheidt die twee werelden waardoor beide gebieden een eigen leven ontwikkelen. Het water met al zijn bewoners leeft beschermd achter het riet voort en hetzelfde doen de weidevogels en dieren in de wei. Als je in een kano tussen de rietkragen peddelt waan je jezelf in een verborgen en afgesloten wereld die een eigen leven leidt. Deze wereld moet David gekend hebben om het zo te kunnen schilderen. Het leven van watervogels en al het kruipende gedierte wat in het riet een bergplaats vindt.

Wanneer hij zijn rietlandschap gekozen heeft gaat hij vervolgens aan de gang met de wijze waarop je deze verborgen riet en waterwereld in beeld kunt brengen. En dat blijkt op geheel verschillende manieren te kunnen. In de expositie loop je na binnenkomst tegen een hele grote tekening op papier aan waarop je tussen de waterlelies door naar het riet kijkt. Alsof je met het hoofd net boven het water uitkomt. Verder dan het riet kun je niet kijken. Het riet vormt de begrenzing.

In andere werken lijkt het alsof de water en riettekeningen zijn verknipt en in onderdelen op papier geplakt. Aldus een eerste stap makend richting abstractie. Het waterlandschap is desalniettemin nog herkenbaar. Maar ter wille van de beeldende kracht opgedeeld in fragmenten. De werkelijkheid wordt losgelaten om een sterker beeld op papier te krijgen.

Het verst in de richting van abstractie zijn de kleurige doeken in verf die op verschillende plekken in de zaal aan de wand hangen. Twee zijn er in opvallend rood. Een vaag zwart rasterwerk lijkt een abstract karakter aan de doeken te geven maar schijn bedriegt. Het zijn waarschijnlijk toch afschaduwingen van een zichtbare werkelijkheid al moet je raden waar je naar kijkt. En wat er wordt uitgebeeld.

Hier balanceert de kunstenaar prachtig op de grens tussen abstractie en weergave van de realiteit. Zijn het landschappen zoals een vogel die onder zich ziet ? Het land in vierkanten ingedeeld ?   Maar van waar dan het rood ? Bij een ander doek meen ik luchten te zien die je soms in de westelijke avondhemel kunt ontwaren. Een afwisseling tussen blauwe en gele horizontale banen. Hoe klein is hier de afstand tot het werk van Rothko geworden ?

Het lijkt alsof de kunstenaar hier op zijn best is. Waar hij alsmaar balanceert tussen abstract en realistisch. Soms ogen zijn werken als figuratief in de zin van een bestaande werkelijkheid die ze tonen. Dan weer lijkt zijn werk volledig abstract maar blijf je, door de verwijzingen naar een werkelijkheid, zoeken naar de verbinding met een zichtbare wereld om ons heen. Kennelijk beweegt David zich nog het liefst op het gebied tussen abstractie en figuratie. Heel erg op zoek als hij is naar het grensvlak tussen die twee. En van daaruit zo nu en dan heen en weer bewegend naar beide kanten. Waarbij de herkenbare werkelijkheid dichterbij komt om daarna weer te verdwijnen in voorstellingen die alleen nog in de verte doen denken aan wat ons vertrouwd en bekend voorkomt. Wanneer hij wat maakte kan ik nergens lezen. Is het een ontwikkeling geweest van realisme naar abstract ? Of heeft hij beide stijlen door elkaar heen gebruikt ?

Verschillende doeken ademen een winterse sfeer. Het riet wat in rijen is aangebracht staat temidden van een witte wereld. Precies zoals het in onze winters kan zijn. Het water bevroren en wit door de sneeuw op het ijs. Het riet blijft bruin ook al ligt er overal sneeuw om heen. En de lucht daarboven is grijzig wit. Hoe vaak heb ik het zo niet gezien. Bij de meertjes in Waterland. Het winterse landschap wordt in Davids werk door de rietstengels tastbaar, voelbaar. Dichter bij die winterse werkelijkheid.

Tussen de ramen een zonsondergang in een rode hemel. Onder de hemel een witte, besneeuwde wereld. Ook een beeld wat doet denken aan een besneeuwde winter.

Als deze expositie een ding duidelijk maakt dan is het wel hoe makkelijk ons oog van een feitelijk waargenomen wereld allerlei varianten tevoorschijn kan toveren die ver van die werkelijkheid af staan maar minstens zo indrukwekkend zijn. Ons innerlijk vermogen tot verbeelding is minstens zo groot als onze waarneming van de werkelijkheid.

 

Kees Hordijk, januari 2024

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.